Wat is kunstzinnige therapie?
Kunstzinnige therapie en Antroposofie



Kunstzinnige therapie is ontstaan binnen het antroposofische gedachtegoed waarvan Rudolf Steiner de grondlegger is, aan het begin van de 20e eeuw. Het is ontwikkeld door de artsen Ita Wegman en Margarethe Hauschka. Zij zochten naar een manier om de positieve werking van kunst een plaats te geven in de geneeskunst. In de antroposofie kijkt men met een 'holistisch mensbeeld' wat inhoud dat naar de mens als geheel gekeken wordt. Men kijkt naar de samenhang tussen denken-voelen-willen, naar karakter, lichamelijkheid en persoonlijkheid maar ook naar fysieke kenmerken in samenhang met vitaliteit en psychische gesteldheid. Er wordt van uit gegaan dat al deze onderdelen onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar. Kunstzinnige therapie werkt aan samenhang tussen deze verschillende kanten van een mens.
Kinderen bezitten veel levenskrachten die hard aan het werk zijn om hun lichaam en geest te laten groeien. Alles is nog volop in ontwikkeling. Soms gaat dat langzaam en soms ontwikkelen kinderen zich met sprongen (kinderen lijken na een kinderziekte vaak ineens wijzer, en na de zomervakantie ineens een stuk langer). Ook kinderen kunnen niet lekker in hun vel zitten, dit heeft dan, als het langer aanhoudt, invloed op hun vitaliteit/levenskrachten en gemoed: ze zien bleek, zijn moe, hebben wallen, klagen over buikpijn en/of hoofdpijn. Meestal gaat dat vanzelf over, soms ook niet.
Kinderen bezitten veel levenskrachten die hard aan het werk zijn om hun lichaam en geest te laten groeien. Alles is nog volop in ontwikkeling. Soms gaat dat langzaam en soms ontwikkelen kinderen zich met sprongen (kinderen lijken na een kinderziekte vaak ineens wijzer, en na de zomervakantie ineens een stuk langer). Ook kinderen kunnen niet lekker in hun vel zitten, dit heeft dan, als het langer aanhoudt, invloed op hun vitaliteit/levenskrachten en gemoed: ze zien bleek, zijn moe, hebben wallen, klagen over buikpijn en/of hoofdpijn. Meestal gaat dat vanzelf over, soms ook niet.
In de antroposofie gaat men er van uit dat ieder over een 'zelfhelend vermogen' beschikt, op fysiek zowel als geestelijk niveau. Soms is dit vermogen minder sterk aanwezig. Dit kan zich uiten in (langdurige) lichamelijke of psychische klachten. Kunstzinnige therapie stimuleert het zelfhelende vermogen en geeft de mens een liefdevol duwtje in de goede richting waarna lichaam en geest het zelf weer overnemen.